Agenda Raad voor maatschappelijk welzijn

Van 28 OKTOBER 2021

 

Aanwezig :

Léon Leemput - voorzitter

Chris Vervliet - burgemeester

Tinne Alaerts, Maarten Devroye, Bart Dusart, Janina Vandebroeck - leden vast bureau

Maurice Rodeyns, Christine Dejaeger, Pieter Cortoos, Guy Vanbelle, Jan Vanautgaerden, Nicolas Bollion, Ine Stessens, Thijs Van Goidsenhoven, Glenn Van Rillaer, Sam Robijns - raadsleden

Marleen De Coster - algemeen directeur

Verontschuldigd :

Stijn Langendries, Jos Thys, Peggy-Ann Kruisland - raadsleden

 

Overzicht punten

Zitting van 28 oktober 2021

 

 

OPENBARE ZITTING

 

SECRETARIAAT

 

1. Notulen. Proces-verbaal van de vorige zitting. Goedkeuring

 

Feiten en context:

De raad voor maatschappelijk welzijn vergaderde op 23 september 2021. De notulen van de vorige vergadering zijn terug te vinden in bijlage.

 

Juridische grond:

Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur betreffende de werking van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Financiële gevolgen: geen.

 

eenparig aangenomen.
 

 

Besluit:

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van de zitting van 23 september 2021 goed.

Publicatiedatum: 03/12/2021
Punt bijlagen/links 20210923.pdf Download
Overzicht punten

Zitting van 28 oktober 2021

 

 

OPENBARE ZITTING

 

SOCIALE DIENST

 

2. Toepassing minimale levering aardgas winterperiode 2021-2022. Goedkeuring.

 

Feiten en context:

Met de 'minimale levering via de aardgasbudgetmeter' wil de Vlaamse Regering de OCMW's een middel aanreiken om gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden en dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een 'minimale hoeveelheid' aardgas ter beschikking te stellen.

Aangezien het gaat om hulpverlening in toepassing van de OCMW-wet, moet iedere aanvraag door een bestuursorgaan worden beslist. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn moet eerder wel officieel beslist hebben van de regeling gebruik te maken vooraleer een dringende toekenning kan gebeuren. Voor het overige gelden alle andere regels inzake maatschappelijke dienstverlening (register, ontvangstbewijs, motiveringsplicht, beroepsmogelijkheid arbeidsrechtbank, etc.).

 

Juridische grond:

Minimale levering via de aardgasbudgetmeter (artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010)

Gelet op het feit dat het OCMW jaarlijks een beslissing moet nemen of zij al dan niet instappen in deze regeling en deze regeling ook de vorige jaren werd goedgekeurd.

 

Motivatie:

De doelstelling van deze maatregel is om de grootste nood op te vangen, niet om volwaardig en gratis aardgas ter beschikking te stellen. Wil men gewoon comfort, dan zullen opladingen met eigen middelen (of met extra financiële steun van het OCMW) noodzakelijk zijn. Het OCMW kan voorwaarden verbinden aan het ter beschikking stellen van aardgas.

In principe kent het OCMW de tussenkomsten voor de minimale levering van aardgas per halve maand toe vanaf de aanvraagdatum tot het einde van de winterperiode. Het OCMW kan evenwel eerder oordelen dat de afnemer in kwestie de ‘minimumlevering’ niet langer nodig heeft of zich niet aan de voorwaarden houdt en de ‘minimumlevering’ stopzetten.

De regeling is van toepassing van 1 november 2021 tot en met 31 maart 2022.

 

De sociale dienst voert een sociaal onderzoek uit. Het sociaal vooronderzoek bevat minstens volgende elementen:

- het risico van energiearmoede voor het gezin in kwestie: dat mensen die kort voor of tijdens de winterperiode een budgetmeter geplaatst krijgen, nog geen reserve hebben kunnen opladen, kan hierbij in overweging genomen worden;

- woningtypologie (vrijstaande woning, rijhuis/hoekhuis of appartement);

- al dan niet recht hebben op de sociale maximumprijzen voor energie

- de financiële mogelijkheden van de hulpvrager met betrekking tot eventuele (al dan niet gedeeltelijke) terugbetaling van het toegekende bedrag.

 

De bedragen (zie onderstaande tabel) die het OCMW per halve maand toekent voor aardgasoplading worden op de aardgasbudgetmeterkaart opgeladen nadat het OCMW een beslissing heeft genomen en de hulpvrager zich op het OCMW aandient met zijn budgetmeterkaart. In geen geval wordt dit bedrag in cash geld uitgekeerd.

 

Elk OCMW beslist autonoom om al dan niet in het systeem te stappen.

 

 

Financiële gevolgen:

 

Het bedrag zal verrekend worden op budgetrekening :

Kost: ACT-050203/0900-02/6482610/OCMW/RVMW/IP-GEEN

Opbrengst: ACT-050203/0900-02/7407010/OCMW/RVMW/IP-GEEN

 

Het OCMW kan geval per geval nagaan welk percentage het wenst terug te vorderen van de netbeheerder (max. 70%), en welk gedeelte het zelf ten laste neemt of eventueel terugvordert van de hulpvrager. Op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10/04/2017 werd beslist om steeds de resterende 30% ten laste te nemen door het OCMW. Volgende overwegingen werden toen opgenomen:

- De gezinnen die gebruik maken van minimale levering zijn gezinnen die zelf te weinig budget hebben om voldoende opladingen van hun budgetmeter te doen.

- Gezien de administratieve werklast tot het terugvorderen van deze bedragen, zowel voor sociale – als financiële dienst en dit voor een zeer klein bedrag ten opzichte van de totale financiële steunen op jaarbasis.

Deze beslissing werd de afgelopen jaren steeds opnieuw toegepast.

Het OCMW heeft vorige winterperiode € 244,13 ten laste genomen.

 

eenparig aangenomen.
 

 

Besluit:

Artikel 1

Goedkeuring minimale levering aardgas winterperiode 2021-2022.

Artikel 2

Goedkeuring recuperatie kost bij distributienetbeheerder van 70 % en ten laste name van de resterende 30%  door het OCMW.

Publicatiedatum: 03/12/2021