Feiten en context:

Beslissing Gemeenteraad d.d. 23.12.2020; goedkeuring delegatie van bevoegdheden inzake opmaak rechtspositieregeling, organogram, begrip dagelijks personeelsbeheer en personeelsformatie naar het college van burgemeester en schepenen.

Beslissing CBS d.d. 12.12.2023 betreffende vastlegging feestdagen 2024.

publicatie nieuw BVR Rechtspositieregeling d.d. 08.03.2023

Juridische grond:

Artikel 171 §4, 2° van het decreet lokaal bestuur

Deel 2, Titel 2, Hoofdstuk 4 van het decreet lokaal bestuur

Besluit van de Vlaamse Regering van 3 maart 2023 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen

Motivatie:

In het CBS-besluit van 12.12.2023, over vastlegging wettelijke feestdagen 2024 werd na akkoord van vakorganisaties door het bestuur besloten om vanaf 2024 de wettelijke feestdag van 15 november te schrappen en te vervangen door Pasen. Hierdoor zal deze zondag steeds een vervangende feestdag worden voor het personeel die vrij kan worden opgenomen behoudens andere vastlegging door het bestuur. In de RPR dient dus correct opgenomen te worden:

Artikel 226

§1. Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen:

1 januari;

Pasen;

Paasmaandag;

1 mei;

Hemelvaartsdag;

Pinkstermaandag;

11 juli;

21 juli;

15 augustus;

1 november;

2 november;

11 november;

25 december;

26 december.

Verder werden nog 3 wettelijk verplichte wijzigingen naar aanleiding van het nieuwe BVR RPR d.d. 08.03.2023 opgenomen in deze gecoördineerde versie. Deze wijzigingen zijn verplicht op te nemen van zodra lokale besturen een aanpassing doen in hun rechtspositieregeling. het gaat om volgende artikels:

Artikel 195 bis

§1 Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het verzorgend personeelslid in een erkende dienst voor gezinszorg, vermeld in artikel 1, 25°, van bijlage 2 die bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers is gevoegd, per uur prestaties op weekdagen tussen achttien en twintig uur een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 15% van het uursalaris.

§ 2 In dit artikel wordt verstaan onder weekdag: elke dag van de week, behalve zaterdag, zondag en wettelijke feestdagen.

artikel 159 ter:

§1 Met behoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen en met uitzondering van de personeelsleden, vermeld in artikel 162, §1, en 183, §1, DLB kunnen een gemeente, het autonoom gemeentebedrijf van die gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, een publiekrechtelijke vereniging van dat openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en een intergemeentelijk samenwerkingsverband waarin een van de voormelde besturen deelneemt, aan elkaar personeel overdragen.

§2 Met behoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen en met uitzondering van de personeelsleden, vermeld in artikel 162, §1, en 183, §1, DLB kunnen de overheden, vermeld in paragraaf 1, contractueel personeel overdragen aan een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm, een ziekenhuisvereniging, een vereniging of vennootschap voor sociale dienstverlening, een woonzorgvereniging of woonzorgvennootschap of aan een woonmaatschappij als vermeld in boek 4, deel 1, titel 3, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

§3 Beide besturen dienen akkoord te gaan met de overdracht.

Het uitvoerend orgaan van het bestuur licht het personeelslid in over de op handen zijnde beslissing en voorziet in de begeleiding naar de nieuwe betrekking.

§4 De overdracht kan geen reden voor ontslag zijn.

§5 De personeelsleden behouden voor minstens een jaar hun rechtspositieregeling.

§6 De personeelsleden behouden na de overdracht de aard van het dienstverband, hun graad, hun anciënniteit, hun prestatieregeling, hun salarisschaal en hun rechten en verplichtingen zoals vastgesteld in hun arbeidscontract of bestaande arbeidsbetrekking.

artikel 159 quater:

§1 Statutaire personeelsleden kunnen ter beschikking gesteld worden aan:

1. een extern verzelfstandigd agentschap als vermeld in artikel 225 DLB;

2. een vereniging of een vennootschap als vermeld in artikel 475, 496, 501, 508 en 513 DLB;

3. een samenwerkingsverband als vermeld in deel 3, titel 3, DLB;

4. een vereniging als vermeld in artikel 386 DLB;

5. een andere overheid dan die vermeld in punt 1° tot en met punt 4° ;

6. een vereniging zonder winstoogmerk als vermeld in de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen, waarin de gemeente al dan niet deelneemt en waarvan de activiteit verband houdt met een gemeentelijk belang;

7. de woonmaatschappij, vermeld in boek 4, deel 1, titel 3, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

§2 De terbeschikkingstelling is tijdelijk en wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen het bestuur en de rechtspersoon waaraan het personeel ter beschikking wordt gesteld.

§3 De terbeschikkingstelling van het personeelslid is enkel mogelijk na overleg met het betrokken personeelslid, en na akkoord indien het een contractueel personeelslid betreft.

§4 Het uitvoerend orgaan van het bestuur licht het personeelslid in over de op handen zijnde beslissing en voorziet in de begeleiding naar de nieuwe betrekking.

§5 De aanstellende overheid beslist over de individuele terbeschikkingstelling van het personeelslid en sluit de overeenkomst van terbeschikkingstelling af.

§6 Overeenkomstig artikel 144 bis Nieuwe Gemeentewet/artikel 61 OCMW-wet kunnen contractuele personeelsleden ter beschikking gesteld worden.

Met behoud van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen gelden de voorwaarden zoals beschreven in dit hoofdstuk.

Artikel 248: het omstandigheidsverlof: zie aangepast RPR als bijlage voor volledig gewijzigd artikel.

Artikel 249: Onbezoldigd verlof, opname zorgverlof en verlof dwingende reden: zie aangepast RPR als bijlage voor volledig gewijzigd artikel.

De voorgelegde aangepaste rechtspositieregeling is bijgevolg een gecoördineerd document met de volgende aanpassingen:

* art 226: wijziging wettelijke feestdag 15/11 naar Paaszondag;

* art 195 bis: verplichte wijziging onregelmatige prestaties gezinszorg;

 *art 159 ter & quater: verplichte wijziging regeling overdracht en terbeschikkingstelling van personeel;

* art  248: verplichte wijziging omstandigheidsverlof;

* art 249: verplichte wijziging 'onbezoldigd' verlof (ipv onbetaald verlof), opname zorgverlof en verlof dwingende reden.

Financiële gevolgen:

Dit besluit heeft geen rechtstreekse financiële gevolgen.

Besluit:

Artikel 1. Het college stelt de voorgelegde wijziging aan artikel 226 van de rechtspositieregeling in verband met wijziging feestdag 15.11 naar Paaszondag vast.

artikel 2. Het college stelt de verplichte wijzigingen aan artikels 195 bis, 159 ter & quater, 248 en 249 vast.

Artikel 3. Het college stelt de gecoördineerde rechtspositieregeling op datum van 09.01.2024 voor gemeente- en OCMW personeel vast.