Feiten en context:

Gemeenteraadsbeslissing d.d. 23.12.2020; goedkeuring delegatie van bevoegdheden inzake opmaak rechtspositieregeling, organogram, begrip dagelijks personeelsbeheer en personeelsformatie naar het college van burgemeester en schepenen.

Besluit college d.d. 21.12.2021 betreffende de aanpassing van de RPR.

Besluit college d.d. 21.12.2021 betreffende forfaitaire onkosten internet personeel dat op regelmatige basis thuiswerkt.

Besluit college d.d. 29.11.2022 betreffende de invoering van fietsleasing.

Juridische grond:

Artikel 171 §4, 2° van het decreet lokaal bestuur

Deel 2, Titel 2, Hoofdstuk 4 van het decreet lokaal bestuur

Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en latere wijzigingen

Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en latere wijzigingen

Motivatie:

In de collegebeslissing van 21.12.2021, over de forfaitaire onkosten internet personeel dat op regelmatige basis thuiswerkt, werd besloten artikel 182 volledig uit de RPR te schrappen. Dit kan echter niet omdat dit artikel het gevolg is van hogere regelgeving. Het betreffende besluit dient derhalve ingetrokken te worden.

In de RPR dient dus correct opgenomen te worden:

Artikel 182

§1. Effectief gemaakte, bewezen en noodzakelijke kosten bij de uitoefening van de functie worden

terugbetaald.

Het principe van de vergoeding bij telewerk kan wel behouden blijven en als dusdanig opgenomen worden in de RPR onder artikel 290 ter paragraaf 4 waar dan de oorspronkelijke tekst aangepast wordt aan het besluit van het college van 21.12.2021 met behalve dat de bepaling ' de forfaitaire vergoeding zal ingehouden worden vanaf het ogenblik dat personeelsleden langer dan een maand afwezig zijn omwille van ziekte, onbetaald verlof, ...' dient aangepast te worden aan de praktijk waar dit  vanaf 3 weken gebeurd.

Bij de overgangsmaatregelen - die opgenomen zijn tot alle vergoedingen in een apart reglement opgenomen worden - wordt artikel 290 ter paragraaf 4 dan:

Personeelsleden die telewerken krijgen de kosten van het telefoonabonnement door het bestuur terugbetaald, na voorlegging van de facturen en gerelateerde documenten.

vervangen door

'Elk personeelslid van lokaal bestuur Boutersem dat aan structureel telewerk doet, ontvangt een forfaitaire maandelijkse onkostenvergoeding van 15 euro voor gebruik van eigen middelen (internet) in functie van het werk. Deze forfaitaire vergoeding zal worden ingehouden vanaf het ogenblik dat personeelsleden drie weken afwezig zijn omwille van ziekte, onbetaald verlof, ...

In artikel 212 van de RPR wordt toegevoegd dat ook de speedpedelec recht geeft op fietsvergoedingen.

De voorgelegde aangepaste rechtspositieregeling is bijgevolg een gecoördineerd document met de volgende aanpassingen:

* artikel 182 wordt terug opgenomen zoals bepaald in het besluit RPR;

* artikel 290 ter paragraaf 4 wordt aangepast;

 * artikel 190 ivm fietslease wordt opgenomen;

* artikel 212 ivm de fietsvergoeding wordt aangevuld met de speedpedelec.

Financiële gevolgen:

Dit besluit heeft geen rechtstreekse financiële gevolgen.

Besluit:

Artikel 1. Het college trekt het besluit van 21.12.2021 in en keurt de voorgelegde wijzigingen aan artikels 182 en 290 van de rechtspositieregeling goed.

artikel 2. Het college keurt de toevoeging aan artikel 212 in verband met de fietsvergoeding voor speedpedelecs goed.

Artikel 3. Het college keurt de gecoördineerde rechtspositieregeling op datum van 13.12.2022 voor gemeente- en ocmwpersoneel goed.